vrijdag 27 december 2013

DAAR MOET JE VAN BOEREN, JONGENS!

Tsja, en toen zat 2013 er alweer bijna op. Kerstdiners liggen weer achter ons; de broekriem zit (hopelijk) weer op het “normale” gaatje, en nog niemand heeft door dat de kat verdwenen is. Nee, geintje. Als ik collega’s om mij heen hoor, is de recessie in elk geval niet doorgedrongen tot de kersttafel.

We hebben nu nog één laatste horde voordat we in het eerste weekend van 2014 overgaan tot het aftuigen van de boom (hoewel er tijdens oud-en-nieuw er ook al wel veel en vaak afgetuigd wordt, heb ik begrepen); het ruilen van de kerstcadeautjes (heeft u dit jaar óók cadeaus gehad die u net vorig jaar aan die vervelende neef/nicht/oom/tante had gegeven? Sommige cadeaus blijven u voor de rest van uw leven achtervolgen, namelijk.); en het – uiterst voorzichtig – openen van de credit card rekening. Die laatste horde is uiteraard het vieren van oud-en-nieuw.

De traditie wil dat wij voor deze gelegenheid proberen om in het tijdsbestek van een uur of 6 proberen om de meest uiteenlopende dingen naar binnen te werken, liefst in een compleet onlogische volgorde. Daar hebben wij om te beginnen wat traditionele versnaperingen voor zoals De Oliebol en De Appelflap, twee gerechten die zijn bedacht om te zorgen dat die pan met dat kastanjebruine frituurvet óók eens leeg komt (een beetje oliebol kan in zijn eentje wel een halve liter vet absorberen), en dat wij – dankzij datzelfde vet – in etappes een bodem leggen voor het wonderbaarlijke mengsel van alcoholica dat wij gaan wegzetten op die avond.

Op oudejaarsavond drinken wij namelijk allerlei bende die normaal gesproken bij de slijterij stof staat te verzamelen, zoals advocaat en boerenjongens (of –meisjes), en ook van die likeur met een kleur die je in het pikkedonker nóg ziet opgloeien. Dit uiteraard naast de gebruikelijke Nederlandse consumpties Bier en Jenever, die ook in grote hoeveelheden geschonken worden. Op deze avond doen wij het innemen volgens een afwijkend schema, als volgt: 17:00 – 19:00u biertjes, liefst met borrelnootjes, olijven en oliebol. Daarna geen “echt” avondeten, want dat is onhandig, en bovendien moeten we dan ook ineens aan tafel, en daar staan die bierkratten onder zodat je je benen niet meer kwijt kan. We kiezen dus voor snacks die je met je handen kunt eten, zoals kippenvleugeltjes, plakken leverworst met Dreft-bestendige mosterd, en dingen die gefrituurd kunnen worden, zoals mini-loempia’s, vlammetjes, kipnuggets. Dat vet was tóch nog heet van de oliebollen. Op dit moment is het misschien handig om te onthouden dat – als je bij iemand ander thuis bent – je niet je handen aan de gordijnen moet afvegen, en – óók heel belangrijk: je nooit meer moet drinken dan je zelf kunt optillen.

Na de ruzie over de stomerijkosten van de gordijnen komt de koffie, en ruilen wij het bier in voor de advocaat, boerenjongens en/of likeur. Tijd voor de appelflap, die ondanks de poedersuiker een beetje naar bittergarnituur smaakt. Nu mag de tv aan, want iemand gaat u vertellen wat er allemaal gebeurd is in het afgelopen jaar, en waarom dat belangrijk/grappig/droevig was. En dat dan een keer of vier á vijftien gedurende de avond. Tijdens dit spektakel is het tijd voor de traditionele Nederlandse snacks zoals de paprikachips, de zoute pinda’s en (essentieel!) de Blokjes Kaas, want oudejaar - blokjes kaas = niet gezellig, hoeveel leverworst je er ook voor in de plaats serveert. Voeg bier dan wel jenever toe naar smaak.

Voor je ’t weet is dan de tijd gekomen om met z’n allen luidkeels af te tellen naar het moment waarop de klok 12 slaat. Een woord van advies: kijk even naar uw handen/vingers. Maak een foto. Steek daarna die sigaar aan en haal al dat illegale vuurwerk uit de schuur.

vrijdag 20 december 2013

CIVETVLEK

Volgende week is de week van de fijnproevers – kijk maar ’s in al die folders die nu weer in de brievenbus zitten, en straks op de bodem van de papegaaienkooi liggen. Hertenbiefstuk, beenham, lamsbout, kalkoen (in mijn geval hazenpeper), noem maar op. Recessie of niet, met de feestdagen draaien wij landelijk de culinaire orgaskraan helemaal open. En niet alleen het eten is luxe, maar ook de vloeibare versnaperingen zijn van hoog kaliber, en niet alleen de wijn (Hint: aan het kerstdiner drink je normaal gesproken géén jenever, bier uit blik, of Red Bull). En dan is het tijd voor een kopje gourmet koffie.

Dat mag voor deze gelegenheid natuurlijk geen roodmerk (nu met extra spaanplaat), of decafé zijn. Nee, dit jaar is het tijd voor iets exclusiefs. Wat dacht u van een kopje Kopi Loewak? Niet bekend? Komt-ie: Kopi Loewak is koffie die namelijk zo lekker is omdat u de tweede bent die hem proeft. De eerste gebruiker is een loewak, die om marketingredenen beter bekend staat als civetkat.
Ongeacht de naam betreft het hier een Indonesisch zoogdier dat er uit ziet als een kruising tussen een enorme rat en Billy Idol. Dit dier verorbert de koffiebessen en 24 uur later heb je dan ineens de koffiebonen (al warm, ook) die de Kopi Loewak vormen. Daar zit namelijk meer smaak aan. (Ja, vind je ’t gék?) Ook in de nabijgelegen Filippijnen en Vietnam zijn er varianten op dit idee bekend. Geen geld voor Kopi Loewak (tussen de 200-600 Euro per pond)? Dan zijn er ook andere opties: Een variant op de Kopi Loewak is de Kopi Muncak, deze wordt gemaakt van koffiebessen die in de ontlasting van Muntjaks (Aziatisch hert) wordt gevonden, of: Uit Brazilië komt de Jacu Bird koffie die via de spijsvertering van een lokale vogel, Jacu, familie van de Bruine hokko wordt veredeld. Veredeld. Hm.        

Dat ik tussen nu en - laten we zeggen - 10 januari elke niet door mijzelf gezette kop koffie met wantrouwen bekijk, moge duidelijk zijn. Persoonlijk ben ik niet gecharmeerd van het idee dat mijn koffie “dubbel” getrokken wordt, en al helemaal niet door een overmaats knaagdier. Wat ik mij ook afvraag is het volgende: Hoe kom je op het idee om – want daar komt het op neer – in het oerwoud achtergelaten loewakstront in zo’n Melitta #2 filterzakje te pletteren en er vervolgens vrolijk fluitend de inhoud van de eveneens vrolijk fluitende ketel op te schenken? Zou ù op dat idee komen? Nee? Gelukkig maar, er is nog hoop (oei, freudiaanse verspreking).

En laten we zeggen dat er iemand, na het roken van heel veel pretsigaretjes of het drinken van heel veel palmwijn, op dit idee kwam, en het  resultaat bleek ook nog te drinken te zijn. Gaat die iemand vervolgens enthousiast bij de buren aankloppen met zoiets van: “Goh, ik heb nóu toch iets ontdekt…!” ? Nee, natuurlijk niet, want je krijgt meteen een lel met een eind hout. En tóch. Iemand heeft niet alleen dit experiment uitgevoerd, maar er ook een prijskaartje van 600 Euri aan vast weten te knopen.

Ik loop nu dus mijn hoofd te breken hoe ik zelf kan doorbreken met  mijn eigen exclusieve koffiemelange waarbij ik denk aan dat ik mijn (niet-civet) kat koffie (gewone arabica van de LIDL) laat drinken, waarvan hij dan later onherroepelijk over zijn nek gaat. Ik zal ’s even met Starbucks gaan bellen over een marketingbudget.

vrijdag 13 december 2013

NIET AAN DE KLEUTERS PEUTEREN

Afgelopen week las ik een artikel in het NRC waarin werd uitgelegd dat ouders, die hun kinderen pas op vierjarige leeftijd naar de kleuterschool sturen, het helemaal verkeerd doen. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat kinderen als ze 2½ jaar oud zijn eigenlijk al naar de peuterspeelzaal moeten, anders (tromgeroffel) hebben zij eigenlijk al een achterstand op andere kindjes in het kader van educatieve en sociale ontwikkeling. Deze laatbloeiende kleuters zijn dus minder goed aangepast en lopen ook educatief achter op hun leeftijdsgenootjes. Lamenielache.

Ondanks dat ik begrijp dat het voor werkloze leerkrachten in de peutersector gunstig zou zijn, zie ik de toegevoegde waarde niet zo. Zal ik dat even onderbouwen? Komt-ie: Door peuters (eigenlijk gewoon jong-belegen baby’s) meteen al bloot te stellen aan gestructureerd onderwijs -hopelijk - bereik je maar één ding: je leert ze om zich te gedragen volgens spelregels die bedacht zijn door de P(kl)euterjuf of meester en wetenschappers die vanwege hun belangrijke studies over opvoedkunde zelf geen kinderen hebben. Of u het er als ouder mee eens bent is niet belangrijk. Bovendien: u bent er niet bij, dus behalve dat zelf-gevouwen muizentrappetje krijgt u niet mee wat uw kind verder nog heeft ontvangen aan wijsheden.

Als de huidige generatie van tieners, hangjongeren en andere adolescenten een voorbeeld zijn van aangepaste en educatief beter onderlegde mensen dan, bijvoorbeeld, van die onaangepaste mensen zoals ikzelf en veel mensen van mijn leeftijd (104), dan houd ik mijn hart vast. Een heel land vol kindertjes die allemaal binnen de lijntjes kleuren, en allemaal politiek correct zijn. En waarschijnlijk leren ze dan in de peuterspeelzaal al dat in een kringetje whatsappen véél efficiënter is dan gewoon met elkaar praten, dus is straks een kind zonder oplader compleet machteloos om wat dan ook voor mekaar te krijgen.

Bovendien kan het dan zijn dat de volgende onderwijs trend wordt dat, in plaats van die verspilde eerste 2½ jaar we ook gewoon tijdens de 5de zwangerschapsmaand al wat schoolboeken, kleurkrijt en kunstnijverheidsartikelen (scrabble score!) bij de toekomstige moeder kunnen inbrengen. Da’s leuk, want dan heb je na de bevalling meteen een fijne tekening voor mama, een zelfgemaakt kerststukje of zelfgekleurd paasei voor papa (winterbaby of lentebaby?), én de baby kan zichzelf al gewoon aan u voorstellen. Twee dagen later al met broodtrommeltje en een pak Pampers meteen naar Juf Janneke bij Educatief Centrum voor Jongere Jongeren, en weg met dat zwangerschapsverlof.

Dat wordt een hele verbetering op al die ouwe sukkels die pas op hun vijfde naar die door nonnen bestuurde kleuterschool gingen om daar van die politiek incorrecte asbakken voor hun ouders te kleien, en waar het geen hond wat kon schelen dat je nog niet lezen kon. Wij waren zó onwetend dat wij niet eens wisten hoe veel wij achter liepen. En kijk ’s wat er van ons is terechtgekomen. Wij kùnnen vaak nog niet eens whatsappen, en zijn derhalve gedwongen om bijvoorbeeld in sociale situaties ons te behelpen met een gesprek te voeren. Maar nu is het te laat.

vrijdag 6 december 2013

NA-SINT

De luchtbel tussen Sinterklaas en Santa Claus is officieel aangebroken. De buit is binnen (valt het u ook op dat we de Sint nooit gaan uitzwaaien op 6 december?), en we hebben nu een paar ergerlijke weken tegoed die gekenmerkt worden door aanpalende feestvreugde, zoals het verplicht moeten luisteren naar “gemoderniseerde” kerstmuziek als u besluit een winkel binnen te gaan. Tenzij u een schuilkelder vol met blikvoer heeft, of een vriezer met ander eten, moet u er vroeg of laat aan geloven.


Kerstmuziek zou u natuurlijk alvast in de stemming moeten brengen voor De Boom, Het kerstdiner, Het Samenzijn, en Het Knappend Haardvuur. Maar in de praktijk is er een kleine groep malversanten die zich bezig houdt met het ombouwen van “O Dennenboom” of die Nachtbrakende Herdertjes naar een hedendaagse techno/rap/hip-hop versie. Die wordt vervolgens in een tijdloepje van 15 minuten en als medley naar iedere winkelier in Nederland verzonden waar hij tot 25 december non-stop te beluisteren valt. Omdat tijdens deze weken het ook ongelofelijk druk gaat zijn (deels omdat de mensen die dingen willen kopen moeten concurreren met de mensen die hun sinterklaascadeautjes komen ruilen) is het gegarandeerd zo dat u elk muzikaal verminkt kerstlied wel 3 keer te horen krijgt voordat u ook maar in de buurt van de kassa bent.


Uiteraard levert dit spanningen op – niet alleen tussen mensen die elkaar niet kennen (“moet u dat nou persé vandáág komen ruilen?”), maar ook tussen mensen die nog wéken met elkaar door één deur moeten (“Ik zéi nog tegen je dat je nooit net na Sinterklaas moet proberen om een doos kerstballen te kopen. En ik heb al vier tassen met rotzooi vast die jij zo nodig gelijk even wou aanschaffen. Ik had gewoon naar voetballen kunnen kijken vanmiddag. Maar néé…. Ga effe lekker mee de stad in, Kees. Eén uurtje, Kees. En wat gebeurt er? Hier loopt Kees, met vier boodschappentassen vol kerstbende. Al drie uur, en jij wil nog naar de V en D. Daar knapt Kees niet echt van op.”) Volgens mij zijn er statistisch meer aanvragen voor echtscheidingen van 6 tot 25 december.


Combineer dit met het feit dat, waar u ook loopt buiten, u niet kunt ontsnappen aan de lucht van De “Oud Hollandsche Gebak Kraam”, want kerstmedley + oliebollenlucht = gezellig winkelen. En als u zich daar in laat meeslepen heeft u straks – naast die vier boodschappentassen met engelenhaar, knipperende kerstlichtjes (Die volgend jaar op 6 december spontaan toch weer stuk blijken te zijn, óf zo hopeloos in de knoop zitten dat alle padvindertjes van Nederland ze nog niet kunnen ontwarren), theelichtjes voor op de schoorsteenmantel, en de kerstballen – ook nog zo’n door het vet half-doorzichtige zak met 12 aan elkaar vastgeplakte en inmiddels koude en versteende oliebollen waar u straks uw naam mee in de tafel zou kunnen krassen. Néém er nog eentje, Kees. Dat hep geld gekost, Kees.


Persoonlijk ben ik van mening dat kerstaankopen dienen te worden uitgevoerd volgens dezelfde methode waarmee SWAT teams gekaapte vliegtuigen ontruimen. Je bent voorzien van: de juiste uitrusting (koptelefoon met muziek naar eigen voorkeur; geen partners die impulsief nog even een andere winkel in willen; een boodschappenlijst die duidelijk en niet te lang is; de kortste route naar de winkel EN een plattegrond waar de minst bezochte kassa’s staan, en een vastomlijnde timing. In en uit in maximaal 5 minuten. Take no prisoners. Nu nog een kerstboom van 85 euro uitzoeken.