Uit hoofde van mijn werk kijk ik de hele dag passief televisie. Dat komt zo: er hang hier verplicht aan elke muur een plasma tv van circa twee hectare (Ja, had je maar op moeten letten op de lagere school) waarop de hele dag van alles te zien is. Dat is niet altijd een zegen, want soms zijn er ineens van die medisch getinte programma’s waarin in detail wordt vertoond wat er nou precies gebeurt bij zo’n knieoperatie, of als ze een verdwaalde kever uit je oor moeten halen. Soms ook van die vreselijk vals glimlachende mensen die, gehuld in veels te dure sportkleding, zwaar aan de Zumba gaan met een energie van alsof het morgen wettelijk verboden gaan worden. Ik wor al moe als ik ’t zie.
Gelukkig is er dus in elk geval één zender waar we het met elkaar over eens zijn, waardoor het merendeel van de dag wordt geregeerd door allerlei kookprogramma’s. Nu heb ik een tijd in de Verenigde Staten gewoond, en daar heb je precies zo’n kanaal. Wat mij in vergelijking opvalt, is dat hier in Nederland al die TV-koks uitblinken in dat zij A: te mager zijn om mij te overtuigen dat ze iets koken dat ook lekker smaakt want anders zouden zij er zelf wel meer van eten, en B: dat zij blijkbaar wél recepten, maar géén gebruiksaanwijzingen lezen. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat de helft van onze TV chefs met groot enthousiasme metalen voorwerpen in anti-aanbakpannen staan te harken, terwijl de gemiddelde werknemer bij Blokker al weet dat je dan binnen no time je pan om zeep helpt.
Ook bij het snijden houd ik mijn hart vast, want de helft staat met een koksmes ter grootte van een klewang sjalotjes te snipperen terwijl ze duim dan wel vingers gewoon in de weg hebben zitten. Ik verbaas mij dan ook dat er niet met regelmaat een beroep op Leukoplast (of het naaimandje) moet worden gedaan. Je maakt mij niet wijs dat ze dat zo hebben geleerd op de horecavakschool. Hoe dan ook. Uiteindelijk verschijnt er iets dat dampt en – hopelijk – eetbaar is, en dan komt de culinaire anticlimax.
Met een triomfantelijke glimlach neemt onze keukenprins of – prinses een lepel/spatel/garde of ander stuk gereedschap ter hand, en de maaltijd landt op het bord, meestal vergezeld van het “splap” geluid. Dit heeft te maken met de consistentie van het bereide gerecht, én waarschijnlijk het feit dat al die shows worden gesponsord door Moulinex of een andere fabrikant van mixers en/of blenders. (In het sponsoring contract: Clausule 5a: Presentator zal te allen tijde het eindproduct minstens eenmaal in de keukenmachine harken en verwerken tot iets dat straks “splap” zegt. Let daarbij op dat het Moulinex logo duidelijk zichtbaar is)
Waarschijnlijk is er ook sprake van een bepaalde lege-borden fobie waardoor alles er uiteindelijk als een prakje uitziet. Waarschijnlijk is dat onder het motto “het oog wil wat, maar ik sta al een uur aardappels, koolrabi, knolselderij en winterwortels te prakken en ik heb nu gewoon trek, en het ziet er morgenochtend nog minder prettig uit”.
Nee, doe mij dan maar zo’n gezellige dikke Paula Dean die overduidelijk van alles wat ze kookt twéé keer opschept, maar waarbij er nooit splap is. En nu ik er over nadenk: Ik ga zo eens een fijn lamskoteletje grillen, denk ik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten