Na vorige week een website te hebben ontdekt waar je eilanden kunt
vinden die te koop zijn (geen elanden, daar heb je andere websites voor)
was ik een tijdje helemaal in de ban. Ik zag het al voor me: een eigen
eiland ergens in een meer – of in zee, natuurlijk – met een steiger, een
bootje en vooral romantisch overal zeegezichten (meer gezichten, kan
ook). Van dat je tóch een beetje koning bent, want jij maakt alle spelregels, en er deelt bij jou natuurlijk niemand ooit een parkeerbon uit.
Ik had ook gelijk van die visioenen van dat je met zo’n uitschuiftelescoop dan naderende vaartuigen kon signaleren om vervolgens te besluiten of je de bezoeker wél, of juist niet te woord wilt staan – compleet met een klein kanon voor in het laatste geval. “Belastingmedewerker J.J. Schraper werd voor het laatst gezien bij het afstoten van de roeiboot aan de steiger. Hij is tot op heden vermist.” Ik zag mij al met een papegaai op mijn schouder en een begraven schatkist ergens.
Maar toen ging ik een beetje doordenken. Want: je moet wel elektriciteit hebben, natuurlijk. Dus: generator (Als je een kabel vanaf het vasteland hebt, betekent dat meestal dat er ook gewoon een brug is, en dat maakt het dan weer erg makkelijk voor bovengenoemde J.J. Schraper, en uitdelers van religieuze pamflettekes, alsmede mensen die stofzuigers verkopen). En die generator heeft dan wel weer benzine nodig, en die moet dan ook weer ergens vandaan komen (tenzij je een booreiland hebt, haha). Nu kan je natuurlijk kiezen voor een plek in de Bahama’s waar je alles met zonnepanelen regelt, maar daar heb je dan ook weer van die Hurricane Klaziena’s die er in één keer weer een onbewoond eiland van maken.
U begrijpt dat het mij allemaal behoorlijk bezighield, behalve dan het gedeelte waar je dus eerst een paar miljoen moet hebben voor de aanschaf van het desbetreffende eiland. Ik had er al een paar voor ogen, met en zonder brug (kan altijd nog een ophaalbrug worden, natuurlijk), en het was net zoals je soms kunt fantaseren dat je de staatsloterij wint en wat je dan allemaal ineens kan gaan doen, want dat is volgens mij eigenlijk leuker dan dat het ook echt gebeurt – want dán is het in een keer gewoon voorbij, en kun je hoogstens teruggaan naar fantaseren wat je er anders óók mee had kunnen doen, met dat geld.
Ik heb dus, nu ik er op terugkijk, een beetje een week gratis vakantie gehad zonder maar in de buurt te komen van een luchthaven of treinstation, en zonder dat er verlof moest worden aangevraagd. En het prettige is dat ik dat eigenlijk op elk moment wel kan doen: even terug naar mijn eiland, waar alles meezit - vooral omdat het niet echt bestaat.
Ik had ook gelijk van die visioenen van dat je met zo’n uitschuiftelescoop dan naderende vaartuigen kon signaleren om vervolgens te besluiten of je de bezoeker wél, of juist niet te woord wilt staan – compleet met een klein kanon voor in het laatste geval. “Belastingmedewerker J.J. Schraper werd voor het laatst gezien bij het afstoten van de roeiboot aan de steiger. Hij is tot op heden vermist.” Ik zag mij al met een papegaai op mijn schouder en een begraven schatkist ergens.
Maar toen ging ik een beetje doordenken. Want: je moet wel elektriciteit hebben, natuurlijk. Dus: generator (Als je een kabel vanaf het vasteland hebt, betekent dat meestal dat er ook gewoon een brug is, en dat maakt het dan weer erg makkelijk voor bovengenoemde J.J. Schraper, en uitdelers van religieuze pamflettekes, alsmede mensen die stofzuigers verkopen). En die generator heeft dan wel weer benzine nodig, en die moet dan ook weer ergens vandaan komen (tenzij je een booreiland hebt, haha). Nu kan je natuurlijk kiezen voor een plek in de Bahama’s waar je alles met zonnepanelen regelt, maar daar heb je dan ook weer van die Hurricane Klaziena’s die er in één keer weer een onbewoond eiland van maken.
U begrijpt dat het mij allemaal behoorlijk bezighield, behalve dan het gedeelte waar je dus eerst een paar miljoen moet hebben voor de aanschaf van het desbetreffende eiland. Ik had er al een paar voor ogen, met en zonder brug (kan altijd nog een ophaalbrug worden, natuurlijk), en het was net zoals je soms kunt fantaseren dat je de staatsloterij wint en wat je dan allemaal ineens kan gaan doen, want dat is volgens mij eigenlijk leuker dan dat het ook echt gebeurt – want dán is het in een keer gewoon voorbij, en kun je hoogstens teruggaan naar fantaseren wat je er anders óók mee had kunnen doen, met dat geld.
Ik heb dus, nu ik er op terugkijk, een beetje een week gratis vakantie gehad zonder maar in de buurt te komen van een luchthaven of treinstation, en zonder dat er verlof moest worden aangevraagd. En het prettige is dat ik dat eigenlijk op elk moment wel kan doen: even terug naar mijn eiland, waar alles meezit - vooral omdat het niet echt bestaat.
Daarnaast kan ik dan soms gewoon wél even echt het water opzoeken, maar dan zonder generators en septic tanks, en hout splijten voor in de winter. Ik denk dan momenteel even aan strandpaviljoen de Zeemeeuw, waar ik dit weekend verder ga mijmeren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten