vrijdag 23 augustus 2013

IK ZIE GEUNERSAUS

Het is zover. Namens de verzamelde Roma’s van Europa (of zoiets) mag Zigeunersaus niet meer. De benaming is discriminerend, namelijk. Daarmee gaat deze saus in dezelfde la waar negerzoenen en jodenkoek al waren beland. Dit kan een behoorlijke kettingreactie teweeg brengen: Amsterdammer uitjes (ja, alsof elke Amsterdammer van die gele uien eet, van dat imago willen wij af), Filet Americain (zit geen gevilde Amerikaan in), Italiaanse sladressing… ik bedoel maar. Als je nog even wacht dan heb je in de winkel alleen nog “saus”, mysterieus tafelzuur, en ga zo maar door.

Vanaf nu: Salade van Bereden Militair Personeel (voorheen “huzarensalade”). Noordoostelijk Provincie Goudband koffiemelk. Boterbabbelaars uit de streek waar vrouwen caravanspiegels dragen bij wijze van klederdracht. Hopjes uit de regeringsstad. Nee, die diversiteit daar moeten we vanaf, want iemand zou zich wel eens beledigd kunnen voelen. Dat wordt nog lachen straks als we straks allemaal de hele tijd om alle lange tenen heen moeten dansen.

Ik voorzie veel krampachtige reclamecampagnes, want het is natuurlijk ook not done om in een TV reclamespot nog iets anders te laten zien dan de eenheidsworst meneer of mevrouw die een neutraal verpakt product aan de mens brengt (want “aan de man” is natuurlijk weer een kreet die suggereert dat de aankoopbeslissing niet bij de vrouw ligt. Snap dat nou ‘s). Als je dit - en dat kun je mij wel toevertrouwen – tot de logische eindconclusie trekt dan krijg je straks een situatie waar iedereen op zijn tenen om de doelgroep Lichtgeraakte Wereldburgers heen sluipt.

Ik zie hier dan wel weer (want dit IS Nederland natuurlijk) een gelegenheid voor een overkoepelend overheidsorgaan waar de eindverantwoordelijkheid komt te liggen. Eindelijk werkgelegenheid voor mensen die anders de voordeur niet uit durven uit angst om het met iemand oneens te worden. Hier is niet veel voor nodig, alleen een kantoor, wat personeel, en stuk of 2 miljoen rode potloodjes zodat er lekker geschrapt kan worden. En het leuke is dan natuurlijk dat op dat moment blijkt dat iedereen in dat kantoor toch weer andere normen en waarden in acht neemt waardoor de kans dat er ooit iets niet geschrapt wordt, uitgesloten is.

Dat gaat zo: Iedereen schrapt datgene waar hij of zij op tegen is. Nadat een product of reclameboodschap door het filter van religie, politieke overtuiging, smaak, en als laatste, om te zorgen dat er niets maar dan ook niets doorheen komt, lievelingskleur is gehaald; wordt het desbetreffende product verpakt in een neutraal bruine golfkartonnen doos zonder opschrift.


Zo wordt winkelen weer een avontuur: je kunt aan de verpakking namelijk alleen nog maar zien ongeveer hoe groot een product is en hoeveel het weegt. Misschien ook de vorm (langwerpige doos: mogelijk komkommer, banaan, stokbrood, haarborstel. Vierkante doos: mogelijk appel, meloen, volleybal, edammer kaas, pot met basilicum; 2 rollen breed afplakband). Pas thuisgekomen kom je er dan achter wat je gekocht hebt. Uiteraard maakt dat wel dat koken en zo een veel grotere uitdaging wordt, zodat wij onvrijwillig worden blootgesteld aan maaltijden van bijvoorbeeld penne met rolmops, bosvruchten en hagelslag, of stamppot van gehakt half-om-half met mayonaise en papieren zakdoekjes. Smulweb.nl gaat exploderen, geloof mij maar!  

vrijdag 16 augustus 2013

CHIMPANSEENUWACHTIG

Broodje aap verhaal blijkt geen broodje aap verhaal: Deze week stond er een bericht in het NRC over een dode aap die in een groentenla in de ijskast gevonden werd. Niet lang geleden werd ook in Limburg een auto aangehouden met Congolezen op de voorbank, en een dooie aap op de achterbank. Het achtergrondverhaal schijnt te zijn dat Afrikanen van beneden de Sahara wel van een broodje aap houden, en er blijkbaar geld en benzine voor over hebben, want in Nederland kun je schijnbaar geen apenvlees aanschaffen.

Wie ooit Indiana Jones And The Temple Of Doom heeft gezien weet dat er over smaak niet valt te twisten – hoewel we daar wel een ongeschreven wet handhaven: je eet je eigen soortgenoten niet op (behalve in Papua Nieuw Guinea en op sommige locaties aan de Amazone, heb ik begrepen). Dus, als je uit een land als Kameroen, Congo of Rwanda komt, is cultureel gezien de keus van een broodje aap niet gezien als een vreemde optie. Koreanen eten hond, wij eten rauwe haring, Inuït (je mag geen “Eskimo” meer zeggen) eten zeehondenvet. En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Je eet datgene wat moeder natuur beschikbaar maakt (Hetgeen vervelend is als je op Antarctica woont, want ik heb begrepen dat pinguïns een beetje smaken alsof je de bodem van een vogelkooi schoonlikt). En laten we wel wezen, ik vang óók liever een aap dan een leeuw of een python. Dan weet je in elk geval met enige zekerheid wie er wié gaat opeten.

In de tussentijd is er – blijkbaar – een levendige handel gaande vanuit België en Frankrijk in deze Congoleze versnapering. Waar die apen dan uiteindelijk vandaan komen is dan weer de vraag, want ik zie iemand nog niet op een zolder in Antwerpen een heel bataljon mantelbavianen kweken. Of ergens in een kot achter de Sacre Coeur wat dat betreft.

Het is waarschijnlijker dat er een soort van illegale “bijna-mensenhandel” gaande is vanuit Afrika, lijkt me. Ja, óf een vreselijk corrupte oppasser bij de Apenheul, natuurlijk. Maar: ik denk hier dus aan apen die onder valse voorwendsels Europa worden binnengelokt via louche organisaties die gouden bergen (of bananen) beloven terwijl het in het echt gaat om een enkele reis richting groetenla.

Kunnen we dan niet beter gewoon aap gaan kwéken, een optie die wij vorige week al in het nieuws lazen? Da’s uiteindelijk veel efficiënter en het enige dat je moet doen om het de authentieke textuur in de mond te geven is dat je er van te voren wat haar overheen snippert. 

maandag 12 augustus 2013

WADDEN REDERIJ ALLEMAAL KAN BEDENKEN

Ook in het nieuws: in Vlieland vrienden en bekenden uitzwaaien wordt aan banden gelegd omdat het "gevaarlijk" zou zijn. Aan de ene kant zijn er teveel uitzwaaiers op de kade en "die zouden dan wel 's per ongeluk in het water en tussen de scheepsschroeven kunnen worden gedrongen" en anderzijds staan er te veel zwaaiers op het achterdek waardoor de boot uit balans kan raken. De desbetreffende rederij heeft nu bedacht dat men nu dus een "uitzwaaikaartje" moet bestellen, en daar zijn er maar een beperkt aantal van. Lamenielache.

Niet dat dit iets nieuws is: in Engeland is er in het stadje Warrington een kusverbod op het plaatselijke treinstation, omdat afscheid nemende stelletjes vertraging zouden veroorzaken voor forensen. Het duurt vast niet lang meer of je kunt daar terecht in de op het perron aanwezige SnelleWip Cabines (tegen betaling, uiteraard). Maar: Vlieland. Zwaaien.

Wat ik zelf denk is dat Vlieland - en daarmee de ongetwijfeld aanwezige Vlielandse Public Relations Commissie - dacht: "Ja, wacht effe. Eerst de media volop aanwezig bij Johannes de Bultrug, en dan in Texel bij kinderboerderij Tampax (of was het Kotex?) waar ze blijkbaar niet alle schaapjes op het droge hebben".  En waar is Vlieland? Hier spoelt nóóit 's een bultrug aan. Wij blijven van de schapen en geiten af. En staan we in de krant? Welnee!" En toen is er in een urenlange vergadering bedacht dat het uitzwaaiverbod een mooi thema was om ook Vlieland  eens in de media te krijgen.


Maar het geeft wel te denken, want: zometeen waait dit idee over en lezen we over een rollatorverbod bij het wadlopen op Ameland, en keel- neus -en oorklachten op Schiermonnikoog. En dan, als je denkt dat je alles hebt gehad, spoelt er een zwaar zieke sardine aan op Rottumerplaat (meer past er niet op). Nee, 2013 wordt een jaar van Wadden in de Media. Moet jij 's opletten. 

vrijdag 9 augustus 2013

VLEESBOEK

Uit hoofde van mijn werk bij een grote telecom provider heb ik nog wel eens een klant aan de telefoon die vragen heeft over zijn of haar factuur. Dat gaat zelden over de vaste kosten, maar vaak over de kosten die variabel zijn. Zo van: “ik heb ineens een telefoonfactuur en die is heel hoog vanwege allerlei nummers die ik nooit gebeld heb”. Uiteraard wordt er van mij verwacht dat ik duidelijk kan maken hoe dat zomaar kan. Dit is waar het ijs glad wordt.

“Over welke nummers gaat het?” vraag ik dan onschuldig. Dan volgt meestal een opsomming van bepaalde servicenummers in de 0906 of 0909 categorie. “Dat zijn servicenummers waar een hoger beltarief voor geldt”, zeg ik dan – hopend dat de klant daarmee tevreden is. Maar nee. “Ik bel nooit servicenummers. Wat zijn dat voor servicenummers?”. Ik kan de klant via een simpele portie Googelen meestal binnen een paar seconden vertellen dat dit bijvoorbeeld niet de nummers zijn om – laten we zeggen – 25 Euro aan een noodlijdende Tibetaanse non te doneren. Ook het nummer van Unicef wordt merkwaardig genoeg zelden gebeld.

Helaas komt dan het moment waarop ik moet uitleggen dat dit het nummer betreft om uw hele spaarrekening in één keer leeg te pokeren; of anders het nummer dat verbonden is aan bijvoorbeeld www.ondeugendekinderboerderij.nl . Dit is meestal niet het antwoord dat de klant wil horen, en wordt vaak opgevolgd door de respons: “Ik heb daar nooit mee gebeld” (mannelijke klant), of: “wacht maar tot hij thuiskomt, de grafhond” (vrouwelijke klant). Of (geldt voor zowel de mannelijk als de vrouwelijke klant): “en wij maar denken dat hij online zijn huiswerk aan het maken is”, gevolgd door het gestommel van iemand die luid vloekend de trap op rent.

U begrijpt dat ik en mijn collega’s in deze situaties het lachen geheel inwendig doen, want wij zagen dit natuurlijk al lang aankomen. Evenals de verzoeken van diverse klanten om het kinderslot op hun TV ontvanger aan dan wel uit te zetten. De wijze les is natuurlijk dat aan het eind van een maandlang bellen met hetehuisvrouwtjes.nl of het huren van films die allemaal “hard” in de titel hebben (“eehh, ik dacht dat dat voor slechthorenden was…?”), wij u punctueel een factuur sturen waar u – en uw partner - alles op kunt zien.


Uiteraard beperkt dit de mogelijkheden om ongestraft de beest uit te hangen met uw dure abonnement. Wij begrijpen best dat dat niet op prijs wordt gesteld. Om dit soort situaties te voorkomen willen wij u daarom graag aanraden om uzelf gewoon in te houden tot u bij buren of kennissen de bloemen water moet geven of de brievenbus leeg te maken. Die hebben namelijk óók een aansluiting.

STILTECOUPE

Reist u ook wel eens per trein? Ik wel. Nu is treinreizen best prettig, maar verder niet echt een sociaal enerverende bezigheid. Mocht u op zoek zijn naar vertier onderweg dan is de plek waar het meest gebeurt: de stiltecoupe. Op geen enkele andere plek in de trein kunt u zo vaak meegenieten van de medereiziger. Zoek het woord “stiltecoupe” op in de dikke van Dale, dan staat daar waarschijnlijk: plaats in de trein waar u extra hard moet spreken bij het telefoneren.

Daarnaast is er natuurlijk ook ruim gelegenheid om hele trosjes luid kwebbelende mensen tegen te komen die meestal erg positief reageren op een voorzichtig gebaar van u naar de vermelding “stiltecoupe” die op het raam in koeieletters staat.  Verder is de stiltecoupe ook altijd de verzamelplaats van mensen met loopneuzen en projectiel-niezen. Dus als u nog even snel wat ziekteverlof nodig heeft: U raadt het al: de st…  precies! En als de nies u niet treft dan kunt u altijd nog meeprofiteren van mensen die zitten te rochelen alsof zij na een lange carriere in de kolenmijnen nu een nieuw bestaan hebben opgebouwd in een kippenfokkerij – zodat je wordt bedolven onder spuug dat eerst in iemand anders z’n mond zat.

Mocht u (vreemd, maar het kán) op zoek zijn naar rust (u weet wel: stilte), dan kunnen wij u van harte de coupe’s aanbevelen die te herkennen zij aan ramen waar geen “stiltecoupe” staat. Ja, of de toiletten natuurlijk – maar die zijn er niet.

woensdag 7 augustus 2013

HET IS EEN STEKJE MÉÉR; MÀG DAT?

Revolutionair nieuws op het gebied van de vleesconsumptie! In plaats van dat je voor een hamburger een hele koe moet aansnijden, kun je dat nu veel efficiënter doen door een hamburger te kweken. Dat betekent dat de koe gewoon gezelli in de wei kan blijven staan, tot aan haar enkels in haar eigen koeienvlaaien, en het Landelijk Grasoverschot kan blijven decimeren. Dat is wel zo aardig, omdat een koe, in tegenstelling tot een broccoli, kan aangeven dat zij bezwaar heeft tegen vroegtijdige beëindiging van de grasmaaltijd.

Maar: dat kweken. Hoe gaat dat dan? Dat gaat eigenlijk net zo als bij Kaapse Viooltjes, maar dan anders. Wat heb je nodig? Allereerst een stekkie van de koe. Blijkbaar zijn een paar cellen al genoeg. Dan gaat meneer de vleeskweker aan de gang in zijn laboratorium met gietertjes en Pokon en zo, en vóór je ’t weet heb je dan ineens een hamburger of een fijn sudderlapje of zo. Hoe je precies kunt zorgen dat je niet begint aan een hamburger en na 8 weken gieteren ineens een slavink krijgt was niet zo duidelijk op te maken, maar toch. Vooruitgang. Vooral vanuit het perspectief van – in dit geval – de Klazina 13.

Als het met koeien kan, dan kan het natuurlijk ook met andere zoogdieren. Dus kun je straks zonder ook maar één knor van protest tientallen méters spareribs kweken. Als je hier over gaat nadenken (en u weet dat ik nu al een voorsprong heb) dan kun je daar van alles mee oplossen, en al helemaal in het kader van wat meer exotische vleesmaaltijden. Want afgezien van dat éne stekkie van Bambi hoeft er niemand meer gewetensbezwaren te hebben over het eten van een overmaatse kruising tussen een geit en een kapstok. Japanners kunnen taboeloos en zonder tegenactie van Greenpeace aan de dolfijn. Het wordt waarschijnlijk iets lastiger om vrijwilligers te vinden die dat stekkie van de alligator moeten halen, maar over het algemeen zie ik hier veel perspectieven.

Maar: als we de koeien niet meer opeten, wat dan? Want over een jaar of 20 (zo oud kan een koe worden namelijk) heb je ineens een land vol geriatrische koeien die we niet alleen maar uit de sloot halen, maar waar we wel vanaf moeten komen, want wij eten natuurlijk niets meer dat nog daadwerkelijk rondhangt in de wei en harig en balsturig is. Nee, wij hebben een vensterbak vol sukadelappen en een Gelderse Worststruik en kipkluifjeskaktussen (scrabble score!). Bovendien is de gemiddelde koe na een jaar of 5 à 6 niet meer in staat om veel melk te produceren, dus wat we voor de resterende 14 jaar met die koe moeten, daar heeft nog niemand kaas van gegeten.


In de tussentijd is het vooral nog behoorlijk fictie, want die eerste hamburger die er nu is heeft een paar honderdduizend Euri gekost, en smaakte volgens de testers niet zo goed als écht vlees, maar wel beter dan vleesvervangers gemaakt van soja en zo. Dat schijnt te liggen aan het feit dat gekweekt vlees geen vet heeft, want daar zit-em de smaak in. Maar: daar kunnen we (zie vorige column) dan toch gewoon een bultrug voor uitknijpen?

SIM SALABIM

Ik las recentelijk (in Altijd Opmerkelijk Nieuws) dat er een nogal gênant probleem was betreffende de nieuwe mobiele telefoon van advocaat  Moskowicz (nee, niet dié, maar een andere die zijn beroep nog wél mag uitoefenen).

 Wat wil het geval? Hij schafte de desbetreffende telefoon aan (bij een KPN winkel) en bracht hem na korte tijd terug, want hij wilde een ander model hebben. De telefoon kwam uiteindelijk bij een andere klant terecht, die er tot zijn verbazing (en amusement misschien wel) naaktfoto’s op vond van de advocaat, en allerlei zakeninformatie waarmee hij problemen bij de FIOD zou kunnen krijgen.

Aan de ene kant moet ik hier wel vreselijk om lachen, want een kind weet dat alles dat elektronisch wordt vastgelegd met een sneltreinvaart (geen Fyra dus) overal terecht kan komen. Had de winkel de data moeten wissen? Tja, eigenlijk wel. Zouden jij of ik dat aan een winkel toevertrouwen als er belangrijke informatie op je telefoon staat? Eh..strikvraag? No way. Gaan we deze informatie (of de foto’s van meneer M’s edele delen) binnenkort op Facebook of zoiets zien? Eh…alweer een strikvraag? Dat verhaal gaat nog wel een staartje krijgen.

Het geeft je uiteraard wel te denken. Want: wat zetten wij allemaal wel niet op onze mobieltjes? Ik zou het mobieltje van Berlusconi wel ’s een half uurtje willen lenen. Dan kan ik meteen een uitgeverij van ranzige lectuur kunnen beginnen, denk ik. Of het mobieltje van Chriet Titulaer, voor als je niet in slaap kunt komen (hoewel…misschien ga je dan hele enge dromen krijgen).

Denk alleen maar ’s aan al die foto’s die u van elkaar maakt als u bent wezen stappen: “Joep en Kees bij het indrinken”, “Joep en Kees op weg naar het café”, “Joep en Kees nemen er nog eentje, “Joep en Kees halen nog een broodje döner”, en “Joep en Kees gaan nachtbraken”. Vooral erg vermakelijk voor de partners en/of collega'svan Joep en Kees, die uiteraard toegang hebben tot zowel de mobieltjes als Facebook.
Vind ik leuk.

En dan al die SMS-jes die terug dateren tot de aanschafdatum van de SIM kaart. Daar kun je ook heel wat boeketreeksen mee volschrijven. Vooral als je de verschillende ontvangers naast elkaar legt op een tijdlijn: 16:30 – “schat, ik moet tot acht uur overwerken”. 16:31 – “hoe laat gaat de kroeg open?”. 18:12 – Lieverd, het kon wel eens laat worden met al die dossiers hier”. 18:20 – “waar pikken we de dames op?” 19:01 – “schat, ga jij straks maar lekker vast naar bed. Ik ga weer terug aan het werk”. 19:30 – “waar blijf je nou? Ik sta hier op je te wachten” en tenslotte een binnenkomend bericht om 19:35 – “Sorry, wordt wat later, ik lig met je vrouw in bed”.



Nee, die mobieltjes moet je niet onderschatten. Een bron van lering en vermaak. Ik ga vanaf nu nóóit meer een nieuwe kopen. Maar wél een tweedehandse.

maandag 5 augustus 2013

SCHEVOLUTIE

Ligt het aan mij, of is de basis van Darwin’s principes 180 graden omgekeerd? In het dagelijks leven kom ik steeds vaker spectaculaire voorbeelden tegen waaruit blijkt dat met name die mensen zonder overlevingsvaardigheden of aanpassingsvermogen  aan hun omgeving welig tieren.  Even voor alle duidelijkheid: Charles Darwin (u weet wel, die Engelse bioloog/theoloog die met zijn schip de Beagle rond voer en research pleegde) had bedacht dat degenen die overleven hetzij het sterkst waren of het best aangepast aan hun eigen leefomgeving. Survival of the fittest, heet dat in het Frans.

Maar: Ga eens een dagje lopen in de binnenstad en je vindt het tegendeel: Niet uitkijken voor ander verkeer wordt zelden beloond met een plotselinge encounter met een auto, en van die vrolijke Michelin sporen in je rug. Ook op de fiets met je empeedrie speler op knetterhard EN actief whatsapp-end kom je blijkbaar zonder scheerkleuren op je bestemming. Om nog maar te zwijgen van die ouders die demonstratief hun kinderen trainen om op de stoep te fietsen, over te steken waar geen, of geen groen stoplicht aanwezig is.

Degenen die het best zijn aangepast op hun leefomgeving leren derhalve oren en ogen op steeltjes te hebben om te zorgen dat zij niet steeds met een plamuurmes halve voetgangers van de voorbumper moeten krabben, of met een hogedrukspuit van de motorkap te verwijderen. In wezen is het zo dat de minderheid voor de meerderheid uitkijkt op straat, met als gevolg dat die meerderheid er nu vanuit gaat dat dit de normale gang van zaken is.

Is het niet verstandig om gewoon minstens één keer per maand een uitkijkvrije dag te hebben waarbij al die wildlopers en –fietsers ineens niet meer worden beschermd door hun meer verantwoordelijke medeburgers? Ik zie daar diverse pluspunten aan: A) Educatief. Niets werkt zo goed als aanschouwelijk onderwijs, in dit geval middels de scherpe contour van een achteruitkijkspiegel in je togus. B) Economisch. De economie wordt gestimuleerd door zowel een toename in vervangende auto-onderdelen (ik denk hier bijvoorbeeld aan zijspiegels, bumpers) en ook in de medische sector (voor het chirurgisch verwijderen van empeedrie spelers uit de voorhoofdsholte, of het reconstrueren van de SMS klier)


Dan hebben we het nog niet eens over het collectieve amusement van iedereen die normaliter foeterend om dit soort wegpiraten heem moet rijden of denken. Ik zie het nu al vóór me: doffe dreun, gevolgd door gulle lach. Dat gaat snel de populairste dag van de maand worden, moet jij ’s opletten.

zondag 4 augustus 2013

ORGAANDÖNER

(uit: Het Parool) “Ruim 40 procent van de 18-jarige jongeren twijfelt erover om orgaandonor te worden na overlijden. Dat schrijft Sp!ts op basis van onderzoek van TNS NIPO. Vandaag ontvangen jongeren die vorig jaar 18 zijn geworden, een oproep om hun keuze voor orgaandonatie vast te leggen.” Dat percentage valt teniet bij het aantal jongeren dat ervoor kiest om geen orgaandonor te worden vóór hun overlijden. Dat is namelijk bijna 100%.

Nu moet dit nieuws natuurlijk wel in het juiste perspectief worden gezien: In de huidige maatschappij is bijvoorbeeld de lever van de typische coma-zuiper van 17 jaar sowieso al tweede keus. Trommelvliezen hebben hun beste tijd wel gehad na 3 blokjes om in dat kleine pokke-autootje met die gigantische subwoofers en een half uurtje techno of rap. En ook de ogen zijn vaak al op hun retour na uren turen op die smartphone. Dus die organen van jongeren – dat is een beetje zoals winkelen bij de Action: ja, het beantwoordt aan de beschrijving, maar: nee, het is niet eerste keus. Een soort van euro-shopper merk. 

Nee, dan die organen van de wat ouderen. Kijk, wij hebben al lang bewezen dat onze onderdelen de tand des tijds hebben doorstaan. Onze lever is dankzij jarenlang zorgvuldig drinken nu net als een fijne parma-ham die met de juiste hoeveelheid tijd en zorg uiteindelijk zijn optimale staat heeft bereikt. Daar is jarenlang hard aan gewerkt. Daar is in geïnvesteerd. Dát is ambachtelijke kwaliteit. Ook de nieren zijn op deze manier door jarenlang geleidelijke blootstelling aan de goede dingen des levens nu berekend op bijna alles. Daar zit eelt op (net als op de ziel, maar die is dan weer wat minder tastbaar). 

Ook het hart is, na jarenlang hartkloppingen en –verzakkingen over allerlei zaken zoals het opvoeden van kinderen tot het ontvangen van belastingaanslagen, nu getraind om bijna alles te doorstaan; de slechte exemplaren zijn al uit de race gevallen. Als de trommelvliezen al een probleem hebben is het dat ze alles al eens gehoord hebben; en dus alleen datgene registreren dat van belang is. Voorbeeld: “schat, zet jij de vuilnis even buiten” wordt moeiteloos uitgefilterd, terwijl “de nieuwe Pabo catalogus is binnen” onmiddellijk boven op de stapel gaat. Ook deze selectieve filtercapaciteit kan alleen worden opgebouwd door jarenlange conditionering.


Ik wil daar nog wel wat verder in gaan: Als we van overheidswege nu eens  subsidie zouden krijgen om op ambachtelijke wijze de middelbare orgaanbank op te bouwen naar hoogwaardige en gebruiksbestendige exemplaren, dan levert dat uiteindelijk twee dingen op: Organen die een stootje kunnen hebben, en een hele bevolkingsgroep die (veels te laat natuurlijk) eindelijk eens korting krijgt op drank en cholestrol. Ik denk hier bijvoorbeeld aan een soort van OV Chipkaart waarmee je kunt inchecken in café of restaurant dan wel slijterij of delicatessenzaak, waarna vervolgens de juiste korting kan worden toegepast. Het kost een paar centen, maar dan héb je ook wat.

UITEENLOPENDE UITLEG UITLOOP


Gut, gut, gut, dat rundvlees. Het houdt maar niet op. Ambachtelijk verwerkt door vijfentachtig  polen op een kampeerterrein blijken er weer/nog grote hoeveelheden paardenvlees in the zitten. Waar komen al die paarden vandaan dan? Want: ik zie ze niet staan, en u ziet ze niet staan, en ondertussen glippen ze wel met z’n allen dat rundvlees in. Of sturen ze die paarden eerst naar Thailand om verbouwd te worden naar koeien? Alsof al dat gehinnik over het rundvlees niet genoeg is, lijkt er nu ook een eierschandaal te zijn, want “boeren in Duitsland” verkopen gewone eieren als uitloopeieren. Nu zijn eigenlijk alle eieren volgens mij uitloopeieren (behalve de hardgekookte dan), dus ik zie het probleem niet zo.


Want wat is het echte probleem? Scharrelboeren. Ik zeg het maar even. Die boeren die maar wat bij mekaar scharrelen en dan zeggen: “dit is bio-vlees van uitloopkoeien”. Waar nooit een paard bij in de buurt geweest is. En als de boeren zich keurig gedragen zijn er ook nog de scharrelvleesverwerkers. Die verwerken dus geen scharrelvlees, maar scharrelen het te verwerken vlees uit gevarieerde oorsprong bij mekaar. Volgt U ’t nog? Mooi zo.


Over scharrelen gesproken: weet u wie er ook aardig op los gescharreld hebben? De zorgverzekeraars. In 2012 was er een winst van (ga effe zitten) 1,4 MILJARD Euro. Dat is dus nadat ze de rekening van de aspirines en de leukoplast hebben betaald. En nadat ze al die veels te dure mahoniehouten directeursbureaus hadden aangeschaft. Gelukkig kregen wij als consument wel meteen een premieverlaging. Premieverlaging. Ver-la-ging. Van dat-ie dus minder wordt. Nee, heb ik ook niks van gemerkt.


En dat is niet de enige sector waar druk gescharreld wordt, uiteraard op uw kosten. U neemt ook deel aan allerlei andere grappige projecten van de overheid (voor  de overheid die inmiddels over is) in de vorm van het verstrekken van hele bootladingen wachtgeld. Zo in de zin van: ik was gemeenteraadslid (of fractievoorzitter, of een andere bestuursmatige vorm van ambtenarij) en nu bekleed ik die positie niet meer, dus krijg ik nu nog steeds dik betaald. Dit in het kader van dat ik dan al die mensen die moeten werken voor de kost niet in de weg loop met mijn sollicitaties op banen die zij nodig hebben (om mijn wachtgeld te kunnen betalen).  Ik heb zelfs een idee waar de kreet “wachtgeld” vandaan komt: Ambtenaar: “Shit. Net mijn baan verloren. Dan maar op weg naar het UWV… Eerst even de post openmaken.  Wacht! Geld!


Dan is er als laatste (niet echt, want er is natuurlijk nog veel meer) het scharrelspoor, dat zich bedient van de door sadisten uitgedachte OV Chipkaart. De OV Chipkaart zorgt er voor dat NS en ProRail rente van uw zuurverdiende centen kunnen trekken (in de vorm van reizen op saldo) terwijl u (blijkbaar) uw handen mag dichtknijpen als de treinen op tijd rijden, als ze al rijden.  De volgende keer als u op het treintoilet zit moet u daar maar ’s over nadenken. O, wacht. Treintoilet?

vrijdag 2 augustus 2013

ALLEMAAL LARIE, JA?

Geen kans op op vakantie te gaan dit jaar? Of wél kans, maar gewoon met een tentje ergens op Ameland of zo? Sinds kort kunt u tóch een stukje tropen meekrijgen zonder dat u het paspoort ook maar één keer hoeft te trekken. En dan heb ik het niet over dat u op bezoek kan bij nog niet uitgeprocedeerde asielzoekers. Nee, we hebben er tegenwoordig een attractie bij in Nederland: de loodgrijze malariamug.


Deze vrolijk zoemende aanwinst aan de landelijke fauna is onlangs ontdekt in Twente, Limburg en Noord Brabant, waar ook lokale uitbraken zijn geconstateerd. De muggen vestigen zich in oude rioolbuizen en gierkelders waar zij niets anders te doen hebben dan zich met veel enthousiasme voort te planten (waarschijnlijk hebben ze het daarom vaak over fucking mosquitos). En dan gaan ze daarna dus een rondje steken in de omgeving.

Voordat u nu in paniek alle ramen dichtdoet om gezellig met een buitentemperatuur van 35 graden binnen te blijven – na het krantenartikel (NRC 1-8-2013) goed te lezen (want dit stond uiteraard niet in de eerste alinea) blijkt nu dat de muggen eerst even iemand moeten steken die dus al malaria heeft voordat ze de malaria bij u kunnen thuisbezorgen. Ze moeten dus eerst even de pen indopen voordat er wat van komt. Nu heeft de overheid bedacht dat de oplossing van het probleem is dat we even snel alle oude gierkelders moeten volstorten met zand, want dan is er geen plek meer voor de muggen om massaal ondeugend te worden en zo hele eskadrons nageslacht te verwekken die met zijn allen op zoek gaan naar die éne sukkel met malaria in Nederland.

Dit is natuurlijk een vreselijk oneconomische manier om het probleem te bestrijden. Want: wie houdt er bij waar er gierkelders zijn? En dan hebben we het over oude en niet meer gebruikte kelders, want blijkbaar heeft de mug (in tegenstelling tot de gemiddelde vlieg) het niet naar zijn zin in een verse mesthoop. Om nog maar te zwijgen van waar al dat zand vandaan moet komen, want al het zand in Nederland is momenteel bedekt met badlakens en schepjes en emmertjes en mensen die denken dat die tube Nivea gaat voorkomen dat zij straks zo rood als een stoplicht zitten te vervellen. Dus dat wordt zand importeren uit landen waar ze misschien al wél malaria hebben en dan heb je de poppen pas echt aan het dansen natuurlijk.

Het is natuurlijk een pijnlijke vraag, maar: is het niet veel simpeler om die paar mensen met malaria te vinden en ze gewoon een enkele reis richting ver weg te geven? Zo van: jij hébt het al, dus hoeveel erger kan het worden? Dan zijn al die muggen in die gierkelders gewoon voor Jan met de korte naam (Doedel) aan het voortplanten, en heb je straks gewoon 5,000000 pennen maar geen inktpot, als u snapt wat ik bedoel. Dan is de lol er zó af.

Tot slot stond er in hetzelfde artikel ook nog een vermelding dat we nu ook de Aziatische Tijgermug hebben gesignaleerd, en wel bij een gebruikte bandenimporteur in Oss. Ik hoef het natuurlijk niet te zeggen, maar: Ik zou daar geen banden kopen als ik u was. Ja, óf neem er meteen zo’n Simson doosje bij met 3 bandelichters 

donderdag 1 augustus 2013

EIS IJS

Nu het weer weer warmer wordt willen wij wel weer eens in een ijsje bijten. Nederlanders houden van ijs. Gemiddeld per hoofd van de bevolking consumeren wij meer dan 8 liter per jaar (niet in een keer natuurlijk). Dat is bijna het dubbele van 15 jaar geleden, maar komt niet in de buurt van wat ze in veel koudere landen wegwerken (In Scandinavie is 25 liter per persoon per jaar blijkbaar normaal – reken maar eens uit hoeveel van die plakkerige stokjes dat oplevert).



Nu was het vroeger zo dat je daar elke avond zo’n ijsmeneer voor in de straat had – een noeste uitbater die hele bataljons kinderen tegen betaling voorzag van raketten en cornetto’s en meer van dat soort spul. Daar kreeg je dan als bonus altijd een hoestbui bij (want de motor van de roestige Citroen ijsco-bus mocht natuurlijk niet uit) en ook van die gemene vlekken in je kleren van de toen nog toegestane kleurstoffen waardoor je de ijslollies ook in het donker nog makkelijk kon vinden.



Bij ons in de straat kwam ’s zomers altijd Ome Ko, die ook vaak sigaretten-as op je ijsje morste (want ome Ko haalde je ijsje altijd even voor je uit de verpakking. Niks rubber handschoenen, niks rookverbod, en wij vonden dat ook niks bijzonders. (Ome Ko verscheen ook in de herfst en winter, maar dan verkocht hij patat en aanverwanten). Bij onze lagere school was er een andere vorm van Ome Ko, die wij allemaal “De Frikandel” noemden. 

Maar: ijs.

Uiteraard bestaat de ijs-op-een-stokje variant nog steeds, hoewel de landelijke Ome Ko's volgens mij uitgestorven zijn. Al DAT ijs ligt nu in de supermarkt, waar helaas geen Ome Ko werkt. In de plaats van de Ome Ko op straat hebben wij daar ijssalons voor gekregen.  Hier in Enschede zijn er diverse goede ijssalons zoals van der Poel op de Grote markt (ook in Hengelo), ijssalon Heinink, Talamini en De Singel - en er zijn er vast nog veel meer – waar zelfgemaakt ijs verkrijgbaar is.



Vroeger bestond dat ook wel, maar daarre hadde alle die mense ekt onverstaanbaar Italjaanse accecent, en harige armen, en vermoedelijk ook connecties met de mafia. DAT was nog ’s ijs! ’s Ochtends al kon je dan “Don Corleone” met zo’n gigantische roeispaan in een vat vers roomijs zien harken (Ik had een tijdje zo’n tent op de hoek van de straat waar ik toen woonde, dus ik zag het elke dag, ‘s zomers), en dan had je rond een uur of 10 als de deur openging ijs in allerlei smaken die je niet in de winkel kon vinden.

Een persoonlijke favoriet was altijd ijssalon Giraudi in Zandvoort, waar ’s ochtends een halve liter van het versgemaakte malaga-ijs (rum en rozijnen) genoeg was om je met een slok op aan het strand te laten belanden. Dan had je gelijk een goede bodem voor al dat bier.



Momenteel miezert het een beetje. Maar met al dat gedenk over ijs ik denk toch dat ik straks even via de grote markt naar huis fiets. Zonder Ome Ko helaas.

PLOFPAARD

Niet al te lang geleden hoorden we  dat de Zweedse balletjes van Ikea in Tsjechië ook paardenvlees bevatten. Inmiddels bleek dat ook hier het geval. Een dag later vond men in hamburgers in Zuid Afrika ezel-, geiten- en buffelvlees.  Voor je het weet is het zover dat je alleen maar zeker weet dat hetgeen op het etiket staat er in elk geval niet in zit. Kijk, bij Ikea kun je in elk geval de schuldige duidelijk aanwijzen: Ikea. Daar moet je per slot van rekening alles zelf in elkaar zetten, dus weten ze in de keuken heus wel hoe die ballen tot stand zijn gekomen. In uw eigen supermarkt komt het allemaal voorverpakt binnen, dus moet je het label vertrouwen. En ondertussen de vleesindustrie maar profiteren van de onwetendheid van de hongerige consument.

Het zou mij dan ook niet verbazen als er nu in het oostblok al plekken zijn waar ze plofpaarden fokken.  Kan eigenlijk niet missen. Voorlopig moeten we het hier met plofsilo's doen (zie vorige week), maar het is wel een zorgwekkende trend, al was het maar omdat er blijkbaar geen enkele controle is op wat er verkocht wordt. En: zou dit alleen beperkt zijn tot de vlees-afdeling? Eten we onbewust al jaren Lama-kaas? Braadmeeuwen? Eieren van scharrelduiven? Zonder veren en in ongeveer dezelfde maat denk ik dat het lastig is om een kip van een jan-van-gent te onderscheiden.

Zolang we het hebben over dingen die veilig zijn om te eten heb ik het er nog niet zo moeilijk mee - maar ik wil wel graag weten wat het precies is, en helemaal als het verwerkt is in een eenpansmaaltijd, want dan is er natuurlijk helemáál geen zicht meer op. Zo'n blik Chili Con Carne is natuurlijk één grote uitnodiging voor de fabrikant om de regels aan zijn laars te lappen, en hup - voor je 't weet - zit je daar met smaak Chili Con Die Vervelende Buurman Die Zijn Hond Op Mijn Stoep Laat Schijten weg te lepelen (bij Chili Con Cane is het alleen de hond).

En hoe zit het met de groentes? Uiteraard heb ik het dan niet over een preitje, want da's lastig te imiteren uit, laten we zeggen, radijsjes. Maar: Al die roerbakpakketten en soepgroentezakken. Wat er in zit is overwegend plantaardig - maar zo gauw het groen is en in een vierkant stukje wordt het steeds lastiger om te zien van welke plant het komt. En omdat je er straks toch weer het héle flesje woksaus overheen klettert proef je dan ook alleen maar woksaus. Dus of je nou wel of niet witte kool eet - wie weet het verschil nog? Niet zo belangrijk zolang je er geen ziekteverschijnselen van oploopt, maar ik wil persoonlijk wel weten of mijn roerbakpakket straks blijkt te bestaan uit 80% vrolijk gekleurde uien - dit in verband met mijn sociale leven na de maaltijd.


Waar houdt het op? Vanuit de klant geredeneerd hangt het er maar net vanaf of je een probleem hebt met “ander” vlees. Zo nee, dan kan dit hele vraagstuk worden opgelost door al dat verschillende vee gewoon meteen bij elkaar in de wei te zetten zodat binnen een paar generaties je sowieso al poeien, vaarden en koerkens hebt staan, en je in de winkel alleen maar een etiket nodig hebt met “vlees”. Dat is alleen voor de kippen denk ik geen optie, en ook wreed.  Dus die zetten we apart met de meeuwen en eendjes.