Revolutionair nieuws
op het gebied van de vleesconsumptie! In plaats van dat je voor een hamburger
een hele koe moet aansnijden, kun je dat nu veel efficiënter doen door een
hamburger te kweken. Dat betekent dat de koe gewoon gezelli in de wei kan blijven staan, tot aan haar enkels in haar eigen
koeienvlaaien, en het Landelijk Grasoverschot kan blijven decimeren. Dat is wel
zo aardig, omdat een koe, in tegenstelling tot een broccoli, kan aangeven dat
zij bezwaar heeft tegen vroegtijdige beëindiging van de grasmaaltijd.
Maar: dat kweken.
Hoe gaat dat dan? Dat gaat eigenlijk net zo als bij Kaapse Viooltjes, maar dan
anders. Wat heb je nodig? Allereerst een stekkie van de koe. Blijkbaar zijn een
paar cellen al genoeg. Dan gaat meneer de vleeskweker aan de gang in zijn
laboratorium met gietertjes en Pokon en zo, en vóór je ’t weet heb je dan ineens
een hamburger of een fijn sudderlapje of zo. Hoe je precies kunt zorgen dat je
niet begint aan een hamburger en na 8 weken gieteren ineens een slavink krijgt
was niet zo duidelijk op te maken, maar toch. Vooruitgang. Vooral vanuit het
perspectief van – in dit geval – de Klazina 13.
Als het met koeien
kan, dan kan het natuurlijk ook met andere zoogdieren. Dus kun je straks zonder
ook maar één knor van protest tientallen méters spareribs kweken. Als je hier
over gaat nadenken (en u weet dat ik nu al een voorsprong heb) dan kun je daar
van alles mee oplossen, en al helemaal in het kader van wat meer exotische
vleesmaaltijden. Want afgezien van dat éne stekkie van Bambi hoeft er niemand
meer gewetensbezwaren te hebben over het eten van een overmaatse kruising
tussen een geit en een kapstok. Japanners kunnen taboeloos en zonder tegenactie
van Greenpeace aan de dolfijn. Het wordt waarschijnlijk iets lastiger om
vrijwilligers te vinden die dat stekkie van de alligator moeten halen, maar
over het algemeen zie ik hier veel perspectieven.
Maar: als we de
koeien niet meer opeten, wat dan? Want over een jaar of 20 (zo oud kan een koe
worden namelijk) heb je ineens een land vol geriatrische koeien die we niet
alleen maar uit de sloot halen, maar waar we wel vanaf moeten komen, want wij eten natuurlijk niets meer dat nog
daadwerkelijk rondhangt in de wei en harig en balsturig is. Nee, wij hebben een vensterbak vol sukadelappen
en een Gelderse Worststruik en kipkluifjeskaktussen (scrabble score!).
Bovendien is de gemiddelde koe na een jaar of 5 à 6 niet meer in staat om veel
melk te produceren, dus wat we voor de resterende 14 jaar met die koe moeten,
daar heeft nog niemand kaas van gegeten.
In de tussentijd is
het vooral nog behoorlijk fictie, want die eerste hamburger die er nu is heeft
een paar honderdduizend Euri gekost, en smaakte volgens de testers niet zo goed
als écht vlees, maar wel beter dan vleesvervangers gemaakt van soja en zo. Dat schijnt
te liggen aan het feit dat gekweekt vlees geen vet heeft, want daar zit-em de
smaak in. Maar: daar kunnen we (zie
vorige column) dan toch gewoon een bultrug voor uitknijpen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten